Eco-architect, duurzaam bouwen of sustainablabla

Vandaag, 6 maart 2013, realiseerde ik me weer eens dat ik als eco-architect met twintig jaar ervaring wel zeer afwijkend ben van de meeste anderen die zich met duurzaam bouwen bezig houden.  Voor mij betekent duurzaam bouwen nog steeds: gebouwen maken die lang meegaan. Gebouwen die gezond zijn, uit onschadelijke, oneindig herwinbare materialen bestaan en die energie opleveren in plaats van kosten, die heten ecologisch. Ik ontwerp dus ecologische gebouwen.  Duurzaam bouwen wordt steeds meer een holle frase. Sustainablabla, zoals dat ludiek heet. Daar is een tijdje geleden een heel congres aangewijd. Mooie term !

Warmte- en koude opslag, warmtepompen, warmteterugwinning i.c.m. balansventilatie, CO2-gestuurde ventilatie, en meer van dat soort technieken zijn allemaal aardig, maar de ècht energiezuinige gebouwen hebben dat a priori een zeer goede schil, dus:  een zéér goede slimme  isolatie, een zéér goede oriëntatie en een slimme organisatie. Vooral als toevoeging wellicht collectoren, een simpele verwarming-tapwater combinatie, maar wat mij betreft: zo min mogelijk apparaten. Natuurlijke ventilatie blijkt na dertig jaar “duurzaam bouwen” het meest energiezuinig en gezond. Er is dus teveel sustainablabla. Binnenkort hopelijk wat cijfers ter onderbouwing.